Archief van
Categorie: Balkan

Servië en de schoonheid van melachonie

Servië en de schoonheid van melachonie

Iedereen rookt in Servië. De hoge bergen met sluimerende wolken zijn magisch, maar de rivierbeddingen liggen vol met plastic en afval. In de steden waar ik kom zijn dingen vies en aan het afbrokkelen omdat het slecht onderhouden wordt. Het is er grijs en grauw net als de blikken van de mensen die aan het werk zijn op de stations of in de winkels.

Op deze manier kwam ik ook aan in Uzice, een stadje op de grens naar Bosnie. Bij het zien van zoveel betonflats tussen de bergen dacht ik: wat een verpesting van het landschap, inpakken en wegwezen. Helaas reed de bus naar Sarajevo niet, dus ik moest wel in een hostel overnachten.

Dat je een boek niet op zijn kaft moet beoordelen leerde ik de dag erna van Milos, waarmee ik een koffieafspraak had om te praten over politiek. De koffieafspraak werd een wandeling, de wandeling werd een dag langer in Uzice.

Milos heeft me naar zijn eigen woorden meegenomen op ‘neighbourhood safari’ en me de hele stad laten zien, maar hij begon met een kleine wandeling naar de oude vesting. Binnen een kwartier waren we de stad uit en voelde ik me nietig tussen de hoge bergen en de fantastische natuur die zich voor me ontvouwde. I prove you wrong, Milos had het binnen 15 minuten gepiept. Ik was keihard gedist, ik moet verder kijken dan dat een betonflat lang is.;)

Uzice reisblog servie

Daarmee was de toon gezet voor de rest van de dag. De worsteling over wat ik nu van Servië vond voerde ik nu met hem, in plaats van in mijn hoofd. Prettige gesprekken en discussies wisselden elkaar af, eigenlijk waren we het over alles structueel oneens. Vroeg ik me af waarom ze die betonflats niet konden schoonmaken, vond hij het prachtig zoals het was. “It’s more real man,” zei hij meerdere malen. Werd ik verdrietig van mensen die op een bankje apatisch voor zich uitstaarden, zei hij me dat hij daar blij van werd. “Dit is het echte leven, niet de shining world waar jij in leeft. Deze mensen zijn echt, jullie glimlachen zijn fake.”

Tja, heb daar maar eens van terug. Waarom moet in mijn blik alles kloppen, schoon zijn en een prettige uitstraling hebben? Tijdens het eten van een soepje in traditioneel servisch restaurant werden dingen me meer duidelijk naarmate hij meer uitlegde en we meer discusierden.

Reisblog waarischarlie servie

Hij zei me dat iedereen in Servië rookt en dat was me ook opgevallen, het is typisch Servië, zei hij. Ik: “Is er hier dan niemand bezig met zijn gezondheid?” Hij: “Het hoort bij de nonchalante houding van Fuck it, het maakt toch niets uit.” Ik moest denken aan bekenden die tijdens het backpacken why not op hun voet hadden laten tatoeren. Het was mijn idee om dan op de andere voet whatever te zetten en dan letterlijk zo door het leven te lopen: why not, whatever, why not. Dat leek me heel grappig, maar om heel eerlijk te zijn wil ik wel dat je ergens om geeft. Dat je zorgt draagt voor elkaar en anderen voor jou. Nonchalance is grappig als het voor even is.

Maar Milos vond die ‘het-kan-me-niks-schelen-houding’ prachtig. “Wat zou jij doen als je al jaren van 200 euro per maand moet rondkomen en je weet dat dit niet gaat veranderen?” vroeg hij. Ik: “Hopen en manieren zoeken waarin ik de situatie kan veranderen. In ieder geval hopen dat het beter wordt.” Milos lachte me toe en zei: “Er was niks moois in hoop. Een diamant wordt geslepen onder slechte omstandigheden. Dat is de natuur, daarmee kom je tot puurheid.”

Hij tikte me ook op de vingers, het was niet apathisch die blikken. Het was melachonisch, er zit schoonheid in melachonie. “Als jij jezelf moet redden onder slechte omstandigheden word je creatiever, de mens wordt sterker”, verklaarde hij. Dat laatste herkende ik uit een moeilijke periode in mijn leven, dus dat begreep ik wel. Maar gelatenheid? Opgeven? Schoonheid zien in melachonie? Ik snapte er weinig van en het zit ook niet in mijn (westerse) aard. Ik heb gelatenheid gekend, maar ik ben het iedere keer te boven gekomen. Milos gaf er graag aan toe, “simplicity is the key” zei hij mij. En “less is the more.”