Het geheime verhaal van de stad Vilnius: Jeruzalem van het Noorden

Het geheime verhaal van de stad Vilnius: Jeruzalem van het Noorden

Vilnius is een schitterende stad, maar het heeft een verborgen verhaal wat niet verteld mag worden. Het verhaal van de bijna volledige uitroeiing van de Joodse bevolking wat is gestart door de Litouwers. Zelfs al voordat de Duitse nazi’s kwamen werden 94% van de Joden die hier woonden vermoord. 45.000 mensen, nergens in Europa zijn de percentages van de vermoorde populatie zo hoog als in de Baltische Staten.

Geert Mak leerde mij het al, in zijn boek In Europa schreef hij dat Hitlers jodenvernietiging niet zo effeciënt was verlopen als de jodenhaat niet al door de volkeren zelf werd gedragen. Hitler speelde in op een trend, op een gevoel van haat, wat al onder de mensen zelf leefden. Alleen daardoor kon hij zijn Endlösung der Judenfrage, de systematische genocide van de Joden, in de praktijk brengen. DSCF1204

Litouwen is hiervan een goed voorbeeld. Toen in juni 1941 de Duitsers de oorlog verklaarde aan de Sovjet Unie, waartoe Litouwen sinds 1940 behoorde, werden door heel Litouwen Joden bijeen gedreven en op 200 plaatsen in het bos doodgeschoten. De SS’ers en de Wehrmacht stonden aan het hoofd van deze razzia en werden geholpen door de Litouwse bevolking. De Litouwse bevolking al begon met excuteren voordat de Duitsers kwamen en er zijn verhalen over burgers die zich verkleden in Litouwse politieuniformen om te kunnen assisteren bij de massamoorden.

Concentratiekampen en gaskamers kwamen hier niet aan te pas, al aan het einde van het jaar 1941 was de meerderheid van de Joodse bevolking doodgeschoten en in een massagraf begraven. De volledige uitroeing van de Joden was niet zo snel verlopen als de Duitsers niet door de Litouwers waren geholpen. Zij het door hulp bij de executies, zij het door het systematisch opsluiten en rangschikken van de mensen in de Joodse getto’s.

Zo ook in Vilnius, begin 1900 was dit een levendige stad met 50.000 Joodse inwoners met een een rijk joods leven. In het hart van de stad bevonden zich twee getto’s. Op iedere hoek van de straat stond een synagoge of een gebedshuis. De grootste synagoge van Vilnius was de grootste van de wereld en de stad was het belangrijkste centrum vanwaar Europese juwelen werden verhandeld. Hierdoor werd Vilnius ook wel Yersholoyim d’lita, oftewel ‘Het Jeruzalem van het Noorden‘ genoemd.

Vilnius is nog steeds levendig en trouwens ook super mooi, maar als je door de straten loopt is van die ooit bestaande Joodse wereld niets meer te merken. Roel en ik logeerde in het 6 euro hostel, midden in het hart van 1 van de eens bestaande Joodse getto’s. De getto bestaat nog, maar er is niks Joods meer aan, het culturele leven is weg, je kunt zien dat de huizen allure hebben gehad maar al de panden zijn nu grijs en grauw.

Van de 106 synagogen en gebedshuizen staat er nog 1 overeind, de andere 105 zijn platgebrand, gebombardeerd, in gruzelementen geslagen, of in het gunstigste geval gesloopt. We zijn op onderzoek uit gegaan, met een kaart met wat vage aantekeningen van de hosteleigenaar gaan we op zoek naar wat er van het Joodse leven is overgebleven in deze wijk.

Het treurige is dat we niet veel vinden. Wat we wel vinden is heel bijzonder. Op de hoek van de straat staat een klein vervallen gebouw wat onder de grafitti is bespoten. Het gebouw met gewelfde ramen is dichtgetimmerd en goed afgesloten met houtenplaten. Aan de kapster tegenover het pand vraag ik: Synagoge? Ze knikt ja. Als we samen foto’s maken komen we tot een gekke ontdekking: Op de deur van het pand staat in graffiti: Money Monkeys. Ik kijk Roel vragend aan, “Ja, het is wat je denkt” zegt hij.

DSCF1060

 

DSCF1061

We lopen door en in de volgende straat vinden we de enige synagoge die nog overeind staat. Er staat een groot hek omheen en door aanbellen met een intercom worden we goedgekeurd en binnengelaten. Het is een schitterend gebouw, ik kijk mijn ogen uit en maak super veel foto’s.

Naderhand spreken we de twee Joodse dames die ons hebben binnen gelaten. “Is dit echt de DSCF1091enige synagoge?” vraag ik. De dames knikken, maar maak je geen illussies: de enige reden dat deze nog overeind staat is omdat de Duitsers deze hebben gebruikt als een warenhuis voor hun opslag. Ik vertel haar dat ik opzoek ben naar het voormalige Joodse leven in Vilnius. Ze zegt dat dit heel bijzonder is, de Litouwse bevolking is daar niet in geïnteresseerd. Sommigen weten niet eens dat het bestaan heeft, in de geschiedenisboeken van de kinderen staat er maar één zinnetje over de getto’s.Ook waarschuwt ze ons: “Don’t believe the guides in the street, they tell stories about lithuanian people who gave hidingplaces but this is not true. The didn’t help us. We didn’t had any change to survive.”

Ik laat haar de foto’s zien van de synogoge die bespoten zijn met graffity, de money monkey foto laat ik weg, die durf ik niet te laten zien. Ze knikt, de bouwval is inderdaad een synagoge. Hij is zelfs ouder dan degene waar we nu in staan. De synagoge wordt gerenoveerd, ze weet zelf ook niet hoe deze ervan binnen uitziet, alles is kapot, het is te gevaarlijk om daar naar binnen te gaan.

Het bizarre is, is dat dit verhaal tot op de dag van vandaag een taboe is onder de Litouwse bevolking. Diezelfde dag gaan we naar het Vilnius Tolerance museum met een expositie van Joodse Kunst. Na vele schaaltjes, portretjes en schilderijen van kunstenaars die ooit in de stad hebben gewoond komen we uit bij grote panelen tekst die uitleggen wat de Joodse cultuur is en hoedat eruit zag in Litouwen.

Richting het einde komen we bij de panelen over de Tweede Wereld oorlog uit. Ik word door verbijstering getroffen. Op de panelen staat de informatie, maar de essentiele infmatie wordt weggelaten. Het uitroeien van de Joden wordt volledig aan de nazi’s gewijt. Er staan teksten als “I cannot bear how the German forced us to shoot regularly, that Lituanians did the shooting, that we became paid executers.”

Roel wijst naar een inklapbare panelen die tegenover deze teksten staan en zegt me: Je moet tussen de lijntjes lezen. Op deze panelen staan teksten die dit weer tegenspreken. Ook staan er voorzichtige teksten die je op verschillende manieren kan interpreteren. Expliciet wordt er verder niet over gesproken en die panelen waarop andere teksten staan kun je zo in kast zetten als er bepaald publiek komt.

Ik realiseer me dat ik in het verkeerde museum sta, ik was op zoek naar het Holocaust museum wat gerund wordt door een klein vrouwtje. Ik sta hier in het staatsmuseum van Litouwen. Toch wordt ons duidelijk dat het een precaire kwestie is. Dat er niet over gepraat mag worden over het aandeel van de Litouwers zelf, ik zie verder ook geen foto’s van een uittocht uit de stad of foto’s uit de getto’s, ik zie geen foto’s van Panarai de plek van het massagraf net buiten de stad.

Later wordt het ons nog meer duidelijk dat het verhaal in de doofpot is beland. Als wij tegen de oudere receptioniste van ons hostel vertellen over het joodse leven in Vilnius weet ze daar niks van. Als we zeggen dat van de 106 synagogen er nog maar 1 overeind staat wuift ze het verhaal weg en zegt ze dat Joodse mensen overal synagogen kunnen hebben, bijvoorbeeld in hun kelder.

Ook een Letse man die ons later een lift geeft en die elke maand in Vilnius komt heeft geen idee dat er een groot joods leven in Vilnius heeft bestaan. Hij had er simpelweg nooit van gehoord.

De dag erna komt het verhaal ongezouten tot ons in het kleine groene huisje van het Hollocaust museum. Mevrouw R.Kostanian maakt met haar kleine expositie kortemetten met de doofpot. Dat wat niet gezegd mag worden zegt zij wel en laat zij zien: met foto’s en video’s van het Joodse leven wat bestaan heeft in Vilnius, met gruwelijke foto’s van de stapels lijken die op karren werden weggebracht en met teksten waarin staat dat de Litouwse bevolking de Joodse mensen niet geholpen hebben of zelfs deelnamen aan de gruwelijkheden.

Blog van Charlie

Bronnen:

Holocaust Exhibition Vilnius – Green House

Boek Baltische Zielen, Jan Brokken

Boek In Europa, Geert Mak

Artikel De laatste Joden van Litouwen. Terug naar Wilna, NRC Handelsblad, 2002

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *